In maart lagen volgens het CBS de huizenprijzen gemiddeld 7,3% hoger dan in maart 2016. Sinds 2002 is dit de grootste stijger van de huizenprijzen. In juni 2013 stonden de huizenprijzen op het laagste niveau uitgaande van de afgelopen 10 jaren. Sindsdien zijn huizen gemiddeld 16,4% duurder geworden.
De huizenprijzen zijn in 2009 tot half 2013 flink onderuit gezakt. Sinds juni 2013 stijgen de prijzen weer. Binnen vier jaren is de sterke daling van de vier jaren daarvoor alweer bijna weggewerkt. Tijdens de kredietcrisis werd nog gevreesd dat het vele jaren zou duren om de sterke daling weer in te lopen. Het tegendeel is waar. Voor huiseigenaren die willen verkopen is het goed nieuws, maar de huizenprijzen kunnen ook te snel stijgen.
Huizen moeten wel betaalbaar blijven
Starters bepalen voor een groot deel de huizenmarkt. Doordat zij onderin instromen, kunnen doorstromers weer gaan voor een volgende woning. Als de situatie ontstaat dat starters niet meer kunnen kopen door te hoge huizenprijzen, ontstaat er een probleem. De huizenmarkt kan hierdoor sterk vertragen. Dit kan zorgen voor een nieuwe crisis.
De huizenprijzen moeten natuurlijk wel jaarlijks blijven stijgen. Door inflatie wordt de euro immers ook steeds minder waard. Eigenlijk moeten de huizenprijzen ook niet sterker stijgen dan het gemiddelde inkomen van Nederlanders. Anders worden koophuizen voor steeds minder mensen haalbaar.
Afwachten hoe het nu verder gaat!
Lees ook:Huizenprijzen stijgen flink
Lees ook:Koophuizen 7,6% minder waard in één jaar
Lees ook:Minder huizen verkocht in mei
Lees ook:Huizenprijzen 6,8% omlaag in één jaar
Lees ook:Huizen 7% goedkoper geworden in één jaar