Huizenprijzen verder omlaag

In mei zijn de huizenprijzen verder gezakt. Ten opzichte van mei 2010 zijn de prijzen met 1,8 procent gezakt. In vergelijking met april is het verschil met een jaar eerder iets kleiner geworden. Toen waren de huizenprijzen met 2,1 procent gezakt ten opzichte van één jaar eerder. Dit blijkt uit cijfers van het CBS.

In vergelijking met mei 2010 zijn alle huizentypen goedkoper geworden. De prijzen van vrijstaande huizen zijn het meest gezakt, namelijk 2,2 procent. De verkoopprijzen van hoekhuizen zijn het minst gezakt, namelijk 0,9 procent.

Zoals gebruikelijk maken ze ook bekend in welke gemeenten de prijzen het sterkst zijn gezakt. Deze maand is dat Friesland met 4,4 procent. De grootste stijgers waren de Provincies Utrecht en Groningen, met stijgingen van 0,5 en 0,3 procent.

De prijzen in mei waren 0,3 procent lager in vergelijking met de maand april. In mei wisselden bijna 10.000 bestaande koophuizen van eigenaar. Daarmee was het aantal verkopen even laag als een jaar eerder.

Lees ook:Huizenprijzen ook in augustus 2011 omlaag
Lees ook:Huizen weer goedkoper
Lees ook:Huizenprijzen dalen harder
Lees ook:Woningverkoop met negen procent omlaag
Lees ook:Huizenprijzen ook in juli omlaag

2 reacties op “Huizenprijzen verder omlaag

  1. Peter Lang

    Helemaal niet zo slecht, zoals dat nu gaat. Zo’n 2-3% per jaar daling van de huizenprijzen + zo’n 2,5% inflatie geeft een effectieve daling van zo’n 5-6% per jaar. Als dat dan de komende jaren door gaat bereiken we heel geleidelijke de gewenste daling van zo’n 30% van de huizenprijzen zonder dat de economie ernstige schade wordt toegebracht.

      /  
  2. Adri

    Willen wij met z’n allen nog steeds niet begrijpen ???
    Alle discussies van de GERINGE dalingen zijn slechts schijn want:
    1/3 deel van de verkopers WIL hun huis niet verkopen, vragen absoluut onredelijke prijzen, hun motto is: als we hier niet voor verkopen blijven we toch lekker wonen!
    1/3 deel van de verkopers KAN hun huis niet verkopen voor de huidige marktprijs. Ze hebben o.a. een hogere hypotheek dan de huiswaarde, of er zijn andere fin. problemen.
    1/3 deel is dus slechts echt “in de markt” om te verkopen, maar de helft daarvan luistert teveel naar makelaars (kijken teveel terug naar hoe de markt was) en ziet hun (veel te hoge) WOZ waarden. Ook de vraagprijzen van de eerste 2 groepen speelt in hun gedachten.
    De konklusie is dan ook:
    De andere helft van de laatste groep wil ECHT verkopen, dat betekent dus plm.17 % van het totale aanbod.
    Deze plm. 17% heeft een werkelijke prijs welke 15 – 25 % lager is dan de gemm. vraagprijzen.
    En dan pas hebben we de “echte” markt aardig in kaart !

      /  

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

Naam

Website

Het kan vijf minuten duren voordat nieuwe reacties zichtbaar zijn.